Het zuiden van IJsland
Seljalandfoss was onze eerste stop. Een hoge waterval waar we achterlangs konden lopen. Vervolgens de Skogarfoss bekeken
Eyjafjallajökull moest even aanbeden worden. Het is toch de gletsjer vulkaan die Joop van het biljarten af hield in mei 2010.
Bij Vik is Dyrhólaey, een klif met en groot gat en een natuur brug van basalt. Verderop zou op de Vogelrots de papagaaiduiker nestellen tot september en ze kunnen blijkbaar agenda lezen. Geen 1 gezien. De grotten met basaltzuilen was een leuke afleiding en schuilplaats voor het zandstralen met lavazand.
Na een paar kilometer off-road gereden te hebben met onze 4x4 kwamen we aan bij Fjadrárgljúfur (10x, nee 5x snel uitspreken). Een kloof midden in een groen gebergte en erg hoog. Je kon op diverse plekken een smal pad op lopen als het ware de kloof in. WAT EEN HOOGTE. Maar wel heel mooi.
Núpsstadur is een oud plaggenhut dorpje. Tot 1968 bewoond geweest. Toen vertrokken de laatste 2 boeren die daar nu begraven liggen met een leeftijd van 97 en 101.
Na een blik geworpen te hebben op diverse gletsjertongen passeerden wij Jökulsárón waar in een meer schotsen van de gletsjer dreven en een zeehond. Via het maan landschap hebben we onderdak gevonden bij een boer met schapen in Sudersveit.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}